Forum Collectie Overijssel

AANGEPAST BERICHT

Lijkt me wel.
Floris Arents is voogd over het kind van Gerrit Freriks.
En het Bittersland is Gerrit ten dele gevallen van Arent Floris.

24-11-1611 Gerrit Frericksen wonend tot Diese ende
Janneken Arents, Arent Floris dochter wonende in Mastenbroeck

05-12-1626 Gerrit Frericx tot Deese en
Heijltien Henricx n.w. van s. Gerrit Heijners tot Harcksen

erfuiting is van 2 dec.
Hij is dus dezelfde Gerrit.

** AANGEVULD

Zwollerkerspel invnr 603
f218 - 13 juni 1616 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Herman van Dongen en Daniel Meinertsen.
In het Gericht is verschenen Hessel Herms Bock, voor hem zelf en vanwege zijn huisvrouw Annegien Ingermans, daarvan genoegzame volmacht voor Schepenen en Raad van de stad [doorgestreept: Swolle] van Campen in dato 8 augustus 1614 op haar eheman Bock voorschreven gepasseerd, het Gericht getoond, gelezen en voor goed erkend is geworden. Hij verklaarde aldaar in dit Gericht voor hem, zijn huisvrouw en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop erfelijk en "vmmermeer" te hebben verkocht, getransporteerd en overgedragen, gelijk hij comparant alsnog doet zulks in en vermits dezen, voor een somma van penningen hem verkoper ten genoegen voldaan en betaald, [aan] de E. Willem Egbertsen, burgemeester, en zijn erfgenamen een zekere jaarlijkse losrente van 25 goudguldens jaarlijks, ad 28 stuivers het stuk, uit en over de helft van 16 morgen land genoemd Bitters Lant, in Mastebroeck op de Nije Weteringe, waarvan de andere helft toebehoort hopman Albert Coenraetsen en Arent Florisen cum suis, kommervrij van alle uitgang, behalve 10 goudguldens, die daar jaarlijks voor uit gaan, waarvan de eerste rente zal verschijnen op Jacobi in de zomer Ao. 1617. Zijnde losbaar met 400 goudguldens hoofdsom, maar edoch] de verkoper zal met 100 goudguldens tevens [teffens] mogen lossen en met de "volle pensioen in tijt der losse verschenen". Hij beloofde mede "dselue" te wachten [en] te waren volgens Landrecht, "en genge des alsoe vuijt als recht was".
- De E. Herman van Dongen zal uit begeerte van de verkoper mede zegelen.

bericht 2

NB Het vorige bericht is aangepast/aangevuld.

Zwollerkerspel f240 - 17 apr 1617 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Henrick van Stienwijck en Adriaen van Gellre.
In het Gericht is verschenen de Edele Erentrijcke Joffer Gerbrich Witten, weduwe van zaliger Dithmer van den Clooster, geassisteerd met de E. Evert [Euert] Jacobsen, voor haar E. zelf, alsmede instaande en de rato caverende voor haar [oere] kinderen. Zij verklaarde aldaar in dit gericht voor haar [oer] en haar [oer] erfgenamen "stedes vastes erffcoops" erfelijk en "vmmermeer" te hebben verkocht, getransporteerd en overgedragen, gelijk haar [oer] Ed. alsnog doet zulks in en vermits dezen, voor een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, [aan] Arent Florissen in Mastebroeck, [en] Griete Schultincks, dochter van zijn huisvrouw, en hun erfgenamen, zekere 3 morgen land genoemd den Rouhorst, gelegen onverscheiden in 12 morgen land, welke andere 9 morgen de koper mede toebehoren, strekkende deze 12 morgen oostwaarts aan de dijk, "aestwert" [bedoeld is: westwaarts] aan Arent Florissens 2 morgen, zuidwaarts [aan] de E, Unico [Vnico] van den Ruijtenberch, Drost, etc., en Johan ter Marsch, noordwaarts Arent Florissen, Jan Vos en Tonijs Herms. Zijnde deze 3 morgen land kommervrij van alle uitgang, renten en thinsen, behalve 8 goudguldens en "elfftehalue" [= 10 1/2] stuiver jaarlijks, waarmee "in gereeckent" is 7 stuiver thins pacht. En dat met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad daar toe behorende. En beloofde de comparante deze voorschreven 3 morgen land voor een vrij allodiaal goed te wachten en te waren p. evictie, en "genge des alsoe vuijt naer Lantrecht". Zonder argelist.
- De burgemeester Gijsbert Mentinck zal naast de Scholte mede zegelen.

De vrouw Griete Coenders lijkt me dan ook nog eerder gehuwd te zijn geweest met een Schultink?

Dat van dochter Schultink had ik ook gezien, maar heb geen antwoord.
Mede-eigenaar van Bitters Lant is hopman Albert Coenraetsen. Odette suggereerde dat hij een broer van Griete kan zijn.
En dan is er nog een akte van 17 August 1630 (ORA Zwollerkerspel nr. 604 f214), waarin de erfgenamen van Margreta Coenders worden genoemd: Jan Cornelis met Jacobin Dircks, Derck Pellen met Grietin Lubbersen en Peter Sijmens met Jantien Dercks. De kinderen van Arent Floris, Janneken Arents en Florys Arentsen worden niet genoemd. Maar mogelijk is het de nalatenschap van Derck Pelle (ovl < aug 1595), die eerst bij zijn vrouw en moeder van de kinderen was, maar nu onder zijn kinderen verdeeld wordt?

Ik heb de scan van de akte niet gezien, maar is het ook mogelijk dat er bedoeld wordt: Griete, Schultincks (z'n) dochter, zijn huisvrouw.

Misschien toch maar het lijntje met mede-eigenaar hopman Albert Coenraetsen proberen uit te zoeken?

Ja ja, grapje zeker ... nog een lijntje
Goed voor een nieuw topic lijkt me.

Egbert, Je hebt het topic genoemd de nakomelingen Egbert Berents van Grael. Ik had uit de vraag in het topic Odette begrepen dat je bewijs zocht over de ouders van Berent, Gerrit en Geesje Freriks.
De reeks van Graal is dan toch wel wat anders.
Niet dat dat verder bezwaarlijk is of zo, maar dan moet ik wel anders denken .. cq zoeken.

Mee eens Ria. De bedoeling was ook de van Grael's. Maar ik vond het zelf een leuke ontdekking, dat die Griete Coenders in dit verhaal zit. Bijvangst is wel, dat bekend is dat Frerick Gerrits, de man van Swaentien Berents wat te vererven had. Ik weet niet of die nalatenschap van Jennechijn Arents nog te traceren is. In ieder geval had ze maar één zoon, en die trouwde Swaentien Berents

Als iets bij Gerrit Freriks, Berent Fredrix of Geesje Freriks is terecht gekomen, dan is er mogelijk bewijs.

In ieder geval is duidelijk wie de Frerik Gerrits, de vader van Lubbert Frericks (1638) is. Lubbert zal zijn vernoemd naar de eerste man van Swaentien Berents, Lubbert Jans. Wel heel vreemd dat zijn en haar vader (Gerrit en Berent) niet vernoemd worden.

Als Jan op 11 okt 1642 gedoopt wordt als zoon van Frerijck Gerrijtsen en zijn vrouw Swaentien Berendts, wordt er vier maanden later een Gerrijt gedoopt zoon van Frerick Gerrits, moeder niet genoemd. Ik heb een overzicht gemaakt van dopen met Frerick en nn:

1 Jan. Hij is gedoopt op 26 januari 1634 in Zwolle.
2 Jennichen. Zij is gedoopt op 12 juni 1634 in Zwolle.
3 Annichen. Zij is gedoopt op 26 april 1637 in Zwolle.
4 Willem. Hij is gedoopt op 9 juli 1637 in Zwolle.
5 Henrick. Hij is gedoopt op 26 december 1638 in Zwolle.
6 Willem. Hij is gedoopt op 9 juni 1639 in Zwolle.
7 Aeltien. Zij is gedoopt op 5 augustus 1641 in Zwolle.
8 Gerrijt. Hij is gedoopt op 3 maart 1642 in Zwolle.
9 Tunnijs. Hij is gedoopt op 7 februari 1647 in Zwolle.

De eerste vier kunnen niet uit één gezin komen, minstens twee gezinnen. Maar kunnen ook niet bij Frerijck Gerrijtsen en Swaentien Berendts horen, die trouwden in 1638.

Er is nog een stel in de Diese: 17-02-1633 Frederick Gerrits van Dese en Wilmtien Jansen j.d. van Salck
Mogelijk dat daar een stel dopelingen bij horen. Van dit echtpaar heb ik alleen gevonden:

1 Jennichen. Zij is gedoopt op 17 september 1635 in Zwolle

Wilmtien Jansen kwam uit Zalk, en was daarom minder bekend bij de persoon die de doopinschrijvingen deed? Ik verzin maar wat. Maar dit echtpaar kan heel goed de Gerrijt uit 1642 hebben laten dopen.

Verder nog gevonden:

Frerick Gerrits. Frerick ging in ondertrouw in maart 1631 in Zwolle met Elisabet Jans.

Kinderen van Frerick en Elisabet:

1 Jennichen. Zij is gedoopt op 25 september 1632 in Zwolle.
2 Derick. Hij is gedoopt op 23 augustus 1635 in Zwolle.
3 Lubbert. Hij is gedoopt op 4 mei 1643 in Zwolle.

Frerick Gerrits. Frerick trouwde op 7 mei 1637 met Jennichen Adams.

Kinderen van Frerick en Jennichen:

1 Jacob. Hij is gedoopt op 16 november 1637 in Zwolle.
2 Daem. Hij is gedoopt op 11 februari 1640 in Zwolle.
3 Margien. Zij is gedoopt op 1 maart 1642 in Zwolle.

Maar ik kan daar nergens die Gerrit Freriks, Berent Fredrix of Geesje Freriks bij plaatsen.

Opvallend is verder dat het stil wordt met dopelingen van Frerick Gerrits na 1647. Althans volgens de GI. Allerlei spellingvarianten geprobeerd, maar niets gevonden. Pas in 1711 kom ik weer een Fredrik Gerrits tegen.

Met de doopinschrijvingen komen we niet verder met de zoektocht naar Frerick Gerrits, de vader van Gerrit Freriks, Berent Fredrix en Geesje Freriks.

NUMMER 5

29-03-1631 Frederick Gerrijts van Vastenouwe sold. onder de Comm: Rijswijck, ende Lisebet Jansen, Jan Lubberts n.d. wonende int Witte Laecken

Kinderen van Frerick en Elisabet:

1 Jennichen. Zij is gedoopt op 25 september 1632 in Zwolle.
2 Derick. Hij is gedoopt op 23 augustus 1635 in Zwolle..
3 Lubbert. Hij is gedoopt op 4 mei 1643 in Zwolle


Zwolle TRANSPORTEN f495 dd.01-05-1656
Compareerde Gesien Jansen wed. van zall. Jan Dercksen en bekende verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Frerick Gerrijtsen vande Vastenou en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgen. een huis en wehre staande in de Bitterstrate naast Lucas Bierdrager ter ene en de wed: van Hopman Stolte ter andere zijde, wezende kommervrij.
Schepen Golts.
[onderschrift:]
Anno 1653 verkocht voor 225 ggl.

f496 dd.01-05-1656
Compareerden Frerick Gerrijsen vand. Vastenou en Lijsbett Jansen eheluiden verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Jan Holterman en Swane Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen, een rente van 5 glgl. jaarlijks uit zijn huis in de Bitterstrate naast de wed. Stolten ter ene en Lucas Bierdrager ter andere zijde, wezende de eerste rente daaruit gaande en losbaar met 100 glgl.
Schepen Golts.
** hier dus ook een Lubbert Freriks

EN

nieuw NUMMER 6

07-08-1636 Frerick Gerrits van der Vastenouwe Sol. ond. Cap. Alberda en Fennichen Jans, Jan Bartels doch. buiten de Vischporte 2

Echt 2 verschillende personen dus!


**


Correctie op jouw bericht.

Betreft NUMMER 3

Deze Frerik is iemand anders - en is volgens mij ook geen weduwnaar maar jm.
uit dit huwelijk
Jacob, Adam, Marriken en Frerick Frerix

07-05-1637 Frerick Gerrits in de Kortouwe en Jenneken Adams Evert Temmen n.w. buiten de Vischporte

Zwolle erfuitingen Ra001-149 Waterstraat f125 dd.27-08-1647
Momberen over z. Frerick Gerris nagelaten kinderen bij Jenneken Adams in echte geprocreerd: Berent Adams en Gerrit Jacobs.
Jenneken Adams heeft aan haar vier kinderen Jacob, Adam, Marriken en Frerick Frerix, van wijlen haar eheman Frerick Gerris nagehouden, erfuiting gedaan en voor vaders goed bewezen een somma van 1125 car.gl. en nog onder hun vieren de hembden van de vader tot 15 in't getal, aan Jacob een zilveren croes van een half mengelen en drie zilveren lepels, Adam ook gelijk zilveren croes, en heeft verder beloofd de kinderen in kost, kleren en alle lijves nooddruft te onderhouden tot de mondige jaren en dan alles uit te keren, onder verband van haar persoon en goederen.
Schepen Hendrick Rouse.
[kantlijn:]
Den 3 Maij 1652 hebben Schepen en Raad Hend: Schimmelpenninck die kinderen van z. Frerick Gerris tot een derde momber nog toegevoegd.
Coss. Golts en Schepping,
Ende heeft aan handen van Heer Beeck en Dedem beloofd der kinderen beste te willen bevorderen.
Actum den 19 Maij 1652.


f200 dd.01-06-1652
Compareerde Albert Jansen en bekende voor hem en Lubbechien Geerlichs zijn huisvrouw verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penningen aan Berent Adams, Hendrick Schimmelp. en Gerrijt Jacobsen Coninck als momberen van zall. Frerick Gerrijtsens kinderen geprocreerd bij Jennechien Adams, ter profijte van deze kinderen, een rente van 10 glgl. jaarlijks uit zijn huis en wehre staande aan de Melckmarckt genaamd den Eckelboem naast Juffer van Ens steechien ter ene en Jan Lieners ter andere zijde, strekkende voor van de straat tot achter aan Egbert Berentsen van Merlen melterije, wezende de eerste rente naast 5 glgl. jaarlijks en losbaar met 200 glgl., en heeft Berent Adams persoonlijk aangenomen en beloofd de voors. rente te wachten en te waren onder verband van zijn persoon en goederen.
Schepen Gijsbert van Dedem.
[onderschrift:]
Vide den 27 Novemb. 1652.

f237 dd.27-11-1652
Compareerde Marrechien Knape weduwe van zal. Johan Coldeweij en bekende verkocht te hebben voor een welbetaalde somme van penningen aan Berent Adams, Hendrick Schimmelpenninck en Gerrijt Jacobsen Coenninck als momberen van zall. Frerick Gerrijtsens kinderen geprocreerd bij Jennechien Adams ten profijte van deze kinderen, een rente van 15 glgl. jaarlijks uit haar huis en wehre staande in Dieserstrate genaamd het Wapen van Leijden, naast Lubbert inde Colner ter ene en de wed: van Egbert Stevens ter andere zijde, wezende de eerste rente daaruit gaande naast 6 glgl. jaarlijks en losbaar met 300 glgl.
Schepen Johan Gerrijts Golts.
[onderschrift:]
Vide den 1 Junij 1652.
[onderschrift:]
Vid: lib: transp. den 8 Meij 1665 ibi bij transporT des huizes aflosse van 't kapitaal in dezen.
[onderschrift:]
Vid. 30 Oct.

f75 dd.05-10-1666
Compareerden de Heer Hendrick Schimmelpenninck en Gerrijt Jacobsen Coninck als momberen over de kinderen van wijlen Frerick Gerrijtsen geprocreerd bij zal. Jennegien Adams, item Johan Truirniet en Evertien Evers vander Werff zijn huisvrouw, en bekenden luidt koopcedule dd.13-01-1652 verkocht te hebben voor een welbetaalde somme penn: aan Berent Adams karvielschipper alhier en Lijsbet Jansen zijn huisvrouw en hun erfgenamen een huis en wehre staande buiten de Vispoort, naast de erfgenamen van Jan Dercksen Schuirman ter ene en Jan Keurlinck ter andere zijde, wezende vrij van alle uitgaande thinsen en renten, en voorts met zijn recht en gerechtigheid vanouds daartoe gehorende.
Schepen Conraedt Nijlant.


Hier dus geen Berent, geen Gerrit, geen Geesje.
Geen Dieze.

**

Ik heb nog een aantal 'loslopende' Frerik Gerrits die voogd wordt - de aktes plaats ik morgen.
Ik ga nu Hendrik Groen kijken.

Betreffende Swaentien Berents, waarvan ik dus uitga dat zij een van Grael is, zijn er twijfels of ze een van Grael is, of is dat wel zeker?

Van Berent Egberts en Anna Henricks heb ik twee dopen kunnen vinden te Zwolle:
- 03-09-1620: Berent Egbertsen wonende te Ittersum, en zijn vrouw Anne Hendriksen laten hun zoon Adolf dopen
- 18-12-1625: Berent Egberts en zijn vrouw Anneken Henricx laten hun dochter Grietgen dopen

Adolf zou pas op z'n 45ste trouwen: Adolph Berents van Gralen en Lubbighjen Teunis weduwe van zal. Lambert Jansen trouwen op 08-07-1666

Andere kinderen van Berent Egberts en Anna Henricks die trouwen:

- 17-01-1637 Henrick Berents Berent Egbers s. tot Ittersum en Beertien Willems Arent Lambers n.w. int Gagel

- 05-10-1647 Egbert Berentsen Berent van Gralen sone tot Ittersum, ende Albertijn Jans Jan Lambertsen N.W. tot Diese

- Jan Berents j.g. tot Ittersum, en Jannichjen Gerrits j.d. woonende tot Harkeloe, otr 21-07-1655 te Zwolle. Hier hoort bij: 27-03-1677 Lucas Evertsen jongman op het Sandt, ende Jannegjen Gerrits wed. van Jan Berentsen van Grael tot Ittersum

- 18-01-1657 Tonijs Lambers, wed. tot Diese, ende Truijchien Berents, Berent van Graels d: tot Ittersum

Ergens bij deze vier zou dan die Derk Geerligs moeten zitten?

Geen van deze vier, of hun nakomelingen worden genoemd in de verdeling van 13 juni 1674. Geen nakomelingen in leven, of vertegenwoordigd door broer of neef?

Truijchien Berents heeft een zoon Berent die trouwt te Zwolle: 04-05-1701 Berent Tonis j.m. en
Grietien Berents wedu. van Hans Reutgers / S.G Lubbert Fredrickx en Willem Remmels / H.G Grietien Berents en Stientien Rotgers

Zijn getuige Lubbert Frederickx zou dan zijn neef zijn? en Willem Remmels zijn zwager: 12-05-1691 Willem Remmels j.m. en Martien j.d. / Sien vader haer moeder. Er is een Willem Remmels in het zoutgelt 1694 in de Diese, dat zal deze zijn.

Truijchien Berents was nog in leven in 1691, en dus ook in 1674. Maar als haar man Tonijs Lambers toen al overleden was, en de kinderen onmondigen waren had ze een voogd nodig. Dat kan één van de andere zijn geweest. Lubbert Fredrickx bijvoorbeeld, die ook getuige was bij haar zoon.
Er is een trouwen te Zwolle: 09-12-1666 Frerick Hessels, j.m. te Haarst ende Truchien Berents wed: in Diese.

De erfgenamen van wijlen Berent van Grael kregen de Engelsche Mate, Loblik en Spikvoort, zes akkers en een lange akker bij elkaar liggende genaamd Dwarslant, dwars-akkers den Stuivenbelt genaamd, een grote akker achter op de Luire of naast aan Zwolle, het Marsch-heren Akkertijn, het akkertje aan het Lokampijn en het akkertje voor Gesies Loblik.

Wordt daarvan nog verkocht? Blijven zoeken dus, het plaatje completer maken, in de hoop dat er wat uitrolt.

Ik heb

1] ZOON
05-10-1647
Egbert Berentsen, Berent van Gralen sone tot Ittersum, ende
Albertijn Jans Jan Lambertsen N.W. tot Diese
[haar 1e huwelijk 26-03-1637 Jan Lambers, Lambert Berents soone en
Albertien Jans, Jan Henricxsen n.w. beijde tot Deese]



2] ZOON
Hendrik Berents Berent Egbers s. tot Ittersum en Beertien Willems, Arent Lambers n.w. int Gagels


3] ZOON
Jan Berents j.g. tot Ittersum, en
Jannichjen Gerrits j.d. woonende tot Harkeloe
21-07-1655 ondertr. /gehuwd aug. 1655 NG Zwolle


4]DOCHTER
Evertien Berents
x 1e Jan Gerrits [ovl. 1642]
x 2e Reiner Jansen te Herculo


5] DOCHTER
19-10-1647
Albert Geerlijcks van Vorchten J.G. ende
Aeltijn Berents, Berent van Graels dochter tot Ittersum
hier hoort bij
f109 dd.20-05-1662
Hebben Derck Geerlichs van Wijnvoerden en Jan Berents van Graelen de momberschap aangenomen over zall. Albert Geerlichs van Wijnvoerden en Aeltien Berents van Graelen vijf nagelaten kinderen, en hebben beloofd de kinderen beste te doen.
Schepen Gijsbert van Dedem.



6] DOCHTER -
18-01-1657
Tonijs Lambers, wed. tot Diese, ende
Truijchien Berents, Berent van Graels d: tot Ittersum
hier hoort bij
f237 dd.09-11-1666
Momberen over Tonnis Lamberts vier kinderen: Lubbert Frerix en Gerrit Gerris.
Truichien Berents wed: van wijlen Tonnis Lamberts, heeft aan haar vier kinderen Mettien, Lambert, Janneke en Berent Tonnis, tezamen bewezen 150 kgl. en dan nog aan de vier kinderen nevens Aeltien (de voordochter van Tonnis Lamberts) het halve huis en hof in Diese gelegen en nog aan de vijf kinderen de halve erfenis uit de nalatenschap van wijlen haar vader Berent van Grael haar aangekomen, en heeft beloofd de kinderen tegen genot van het vruchtgebruik tot de 16 jaren in alle lijves nooddruft te onderhouden.
Schepen Rich: van Rhijn.



7] DOCHTER Grietjen Berents x Jan Roelofs Wittenberg

Zwolle f109 dd.25-06-1662
Momberen over de drie nagelaten kinderen van Jan Roelofs Wittenberch: Frerick Gerrijts en Otto Martens.
Grietien Berents wed. van Jan Roelofs heeft erfuiting gedaan aan haar kinderen Roelof, Hendrick en Jan Jansen, en voor vaders goed bewezen de helft van een windmolen staande buiten de Dieserpoort, met de helft van haar huis en hof door erfuiterse zelf bewoond en gebruikt, alsmede de helft van 2 huurhuizen daaraan staande. Item de helft van een derdepart in een stukkien land tot Ommen dat Meijnardus Theodori Secret. tot Ommen in gebruik heeft, en dan nog de helft van de erfenis van wijlen Berent van Gralen der kinderen bestevader. Belovende de kinderen in kost en kleren te verplegen en op te brengen, en alles zal vererven van het ene op het andere kind. Als de kinderen komen te trouwen krijgen ze een nieuw kleed na haar staats gelegenheid, stellende hiervoor als onderpand haar persoon en goederen.
Schepen Wilhelm Greve.



8] dochter Swaantje Berents
Swaentie Berents, te Ittersum, Tr.(1) 26-06-1636 Zwolle met: Lubbert Jans, zv. Jan Berents tot Oldeneel, Tr.(2) 20-02-1638 Zwolle (zij: wed. te Oldeneel) met: Frerijck Gerrijtsen van Diese

Zwollerkerspel f109 - 8 mei 1641 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Wilhelmus Roijer, Dr., en Jacob van Muijden.
In het Gericht zijn verschenen Gerrit Frericksen voor hem zelf, verder Frerick Gerritsen en zijn huisvrouw Swaentien Berents, deze Swaentien [-] geassisteerd met haar man en momber Frerick Gerritsen. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, gelijk zij "alnoch" verkochten, cedeerden en transporteerden mitsdezen, aan Jan Henricksen, zijn huisvrouw Grietien Peters en hun erfgenamen 2 morgen land gemeenschappelijk met nog 2 andere morgens [morgen], die de kopers reeds toebehoren, gelegen in Bitters Landt in Mastebroeck op de Nije Wetteringe, oostwaarts Albert Gerrits, zuidwaarts St. Jans Camps Lant, westwaarts "de gemeene Stege", en noordwaarts Frerick ten Have, en dat met de raad en onraad, recht en gerechtigheid, vanouds daar toe behorende; zijnde vrij eigenlijk goed, en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Dr. Roijer voorschreven zal voor de comparanten zegelen en tekenen

bericht 2

Alvast een Frerik Gerrits als voogd

Zwolle erfuitingen f264 dd.12-02-1652
Momberen over Claes Egbers drie kinderen: Frerick Gerrijts en Marten Otten.
Claes Egbers heeft aan zijn drie kinderen Jennechien, Trijntien en Aeltien Claesen, geprocreerd bij zijn zal. huisvrouw Wibbegien Hendrix, erfuiting gedaan en voor moeders goed bewezen elk 2 pondt groot, en heeft beloofd de kinderen in kost, kleren en alle lijves nooddruft te onderhouden tot de mondige jaren, stellende als onderpand al zijn goederen.
Schepen Roebert vander Beeck.