Op 13 februari presenteerde NIOD-promotieonderzoeker Meta Huijsmans haar rapport “Hierbij doe ik u toekomen…” De opstelling van het gemeentebestuur van Zwolle inzake ontrechting en rechtsherstel van joodse oorlogsslachtoffers. Collectiespecialist Laura de Jong sprak met Meta over haar onderzoek.
De titel is een hommage aan de vele ambtelijke stukken die Meta Huijsmans heeft gelezen voor haar onderzoek. De formele taal hierin typeert de houding van Zwolse burgemeester Karnebeek tijdens de oorlog. “Uit de ambtelijke stukken komt een beeld naar voren van een administratief ondersteunend, faciliterend gemeentebestuur” vertelt Meta.
Het onderzoek is in opdracht van de gemeente gedaan, maar het rapport is echt voor de Zwollenaren geschreven. Het werpt in heldere taal licht op een stuk oorlogsgeschiedenis dat lang onbelicht is gebleven. Het rapport is te vinden op de website van het NIOD.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd huizen van joodse burgers onteigend en in veel gevallen verkocht door de bezetter. Dat gebeurde ook in Zwolle. Zo kwam in 2021 aan het licht dat een Zwolse NSB’er zijn joodse buurman verraadde om vervolgens zijn huis te kopen tegen een lage prijs. Ook bleek uit onderzoek dat gemeenten in de randstad na de oorlog naheffingen voor onroerend goedbelasting stuurden aan joodse overlevenden.
Uit het onderzoek van Meta blijkt dat de Zwolse gemeente tijdens de oorlog geen panden heeft gekocht van onteigende joodse Zwollenaren. Ook zijn er geen aanwijzingen gevonden dat het gemeentebestuur heffingen heeft gestuurd na de oorlog. Wel zijn de bewijzen gevonden dat de bezetter, individuele oorlogskopers, makelaars en notarissen profiteerden van de ontrechting van joodse huiseigenaren. Het gemeentebestuur was hiervan op de hoogte en nam een administratief ondersteunende houding aan.
Het is volgens Meta dan ook terecht en belangrijk dat de gemeente Zwolle stilstaat bij de uitkomsten van haar onderzoek. De bredere vraag naar de opstelling van het gemeentebestuur tijdens en na de oorlog staat centraal in Meta’s dissertatie. Deze wordt in 2025 gepubliceerd.
Meta komt uit Breda en volgde de masteropleiding Holocaust en Genocidestudies in Amsterdam. “Voordat ik met dit onderzoek begon, was ik nog maar één keer in Zwolle geweest. Ik vond het leuk om me in een nieuwe stad te gaan verdiepen.” In het begin twijfelde ze of Zwolle het wel zou waarderen dat een ‘buitenstaander’ dit onderzoek uitvoerde. Tegelijk zag ze ook de voordelen hiervan. “In Breda doet iemand anders dit onderzoek voor de gemeente. Eerst voelde dat vreemd want Breda is toch ‘mijn’ stad. Maar daardoor sta ik er ook subjectiever in. Het is juist goed dat iemand het onderzoek uitvoert met een objectieve blik.”
Gelukkig ervaarde Meta Zwolle als een heel verwelkomende stad. De Zwollenaren vonden het juist leuk dat iemand van buiten Zwolle zich in hun stad wilde verdiepen. De Stichting Stolpersteine Zwolle, lokale historici en Collectie Overijssel waren heel behulpzaam. Onder andere oud-archiefinspecteur Johan Seekles, kadasterexpert Wim de Ruiter en oud-archivaris en onderzoeker Piet den Otter, waren bereid hun lokale kennis te delen en mee te denken. Een tip van Piet den Otter leidde bijvoorbeeld naar een archief waarin Meta meer informatie vond over de vordering van joods eigendom.
Onder meer in de archieven van Collectie Overijssel heeft Meta vele ambtelijke bronnen onderzocht. “Sommige dossiers waren simpel, rechttoe rechtaan, maar er kwamen ook hele dikke mappen voorbij waar tenslotte maar één regel in het rapport over kwam. Helaas is veel financiële dagadministratie uit oorlogstijd volgens de archiefwet vernietigd in de jaren erna. Niet alles is dus meer terug te vinden. Dat is jammer, maar het kan ook juist voldoening geven omdat het mij dwong om breder te kijken en op andere manieren te zoeken. Huizen van joodse eigenaren werden bijvoorbeeld niet alleen in beheer genomen, maar ook gevorderd. En niet alleen huizen werden onteigend, maar ook landbouwgrond.” Omdat Meta in Amsterdam woont, heeft zij veel gehad aan de Snelle Scanservice. Zo kon zij onderzoek doen in de Zwolse archieven op afstand, en gaandeweg haar eigen archiefje aanleggen.
Een belangrijke vondst was dat Zwolle niet in de oorlog, maar direct hierna wel een huis heeft gehuurd en uiteindelijk gekocht van een joodse inwoner. Het ging om de panden Praubstraat 1 en 3. De panden waren eigendom van de joodse bakker David Spanjar, tijdens de oorlog geroofd en verkocht. De oorlogskoper werd na de oorlog onder beheer gesteld en de gemeente besloot tot het huren van deze panden van de beheerder. Dit terwijl David Spanjar ‘afwezig’ was.
Meta weet het moment dat ze deze vondst deed nog heel goed. “Ik zat in de studiezaal in ANNO Stadsmuseum Zwolle en keek door een raadsvergadering. Daar zag ik het adres staan en ik dacht, wacht even, dat is toch joods eigendom geweest? Het stond er niet heel expliciet, maar er stond ook een verwijsnummer bij. Ik heb dat nummer toen laten zien aan een van de medewerkers in de studiezaal en die heeft me uitgelegd waar ik het dossier kon vinden wat daarbij hoorde. In de lunchpauze belde ik mijn promotor en vertelde haar dat ik toch iets had gevonden!”
Het rapport is zeker niet het einde van Meta’s onderzoek. Ze schrijft door aan haar dissertatie over het Zwolse oorlogsverleden en daarnaast schrijft ze ook mee aan het boek over de Stolpersteine in Zwolle. Beide komen in 2025 uit. “De bijzondere reacties op het rapport, zoals die van Ingrid Petiet van de Joodse Gemeente, geven me extra motivatie om mijn dissertatie met dezelfde zorgvuldigheid aan te vliegen.”