
Johan van Laer tot Honlo, voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Herman van Langen, met toestemming van de andere voogden Uniko Ripperda, drost van Salland, en Albert van Vylsteren, schout van Wijhe, als hulder voor Gerdt van Langen, minderjarige oudste zoon van Herman van Langen.
Get.: Toneyes de Reyger, Derrick Goessen en Sueder van Rechteren.
Christoffer van Munster, zoals de laatste keer Johan van Laer beleend was.
Gerardt van Munster toe Brantlicht.
Herman Schenck toe Nijdeggen, schout van Hellendoorn, voor zichzelf en voor zijn vrouw Elisabeth Losekate, de minderjarige kinderen van wijlen Christiaen Losekate en de afwezige Geert Losecaete.
Jonker Gerard van Munster tot Brandlicht en zijn vrouw juffer Aleida van Egeren, beiden vertegenwoordigd door Hendrick Peters van Rijssen, burger te Almelo, krijgen toestemming een rente uit het leen van 20 Keizerguldens per jaar te verkopen aan Ernst van Ittersum tot Oosterhof, kolonel, en zijn vrouw Henrica Maria Gullich, waarbij tevens hypotheek wordt verleend op 5/12 deel van het leengoed, af te lossen binnen 6 jaar.
Jonker Gerard Losecate en zijn vrouw juffer Christophora van Munster verlenen Hendrick Peters van Rijssen, burgemeester en kerkmeester te Almelo, volmacht hun aandeel in het leengoed over te dragen aan kolonel Ernst van Ittersum tot Oosterhof.
Gerrit van Brussel, wonende te Rijssen, met "twee daghwerke hoylandt in het middelste deel van den Mollenstal".
De akte is incompleet.
Jacob Fock, molenaar te Rijssen, met 1/6 deel, aangekocht van de dochter van Gerhard Losecaete, gehuwd met de heer Yssel.
Ernst Henrick baron van Ittersum toe den Oosterhoff, met 5/6 deel, verkregen door aankoop, zoals hiervoor de "Munsters en Losecaeten" beleend waren.
Herman Fock, na de dood van zijn vader Jacob Fock, molenaar te Rijssen, met 1/6 deel.
Willem baron van Ittersum toe den Oosterhof, vertegenwoordigd door dr. Adolph Hendrik Putman, na de dood van zijn vader Ernst Henrick baron van Ittersum toe den Oosterhof, met de volle en de ledige hand, met 5/6 deel.
Jacob Fok, molenaar te Rijssen, na de dood van zijn vader Harmen Fok, met 1/6 deel. Het leenverzuim wordt vereffend.
Willem baron van Ittersum toe den Oosterhof, met de ledige hand, met 5/6 deel.
Jacob Fok, met 1/6 deel, met de ledige hand.