
Gewisseld met de nrs. 35 en 121.
Robert van Itersom, zoals Ernst van Itersom beleend was.
Get.: Anthonies Reger en Herman ter Kemmenade.
Hero Maurits Ripperda, heer tot Farmsom, als hulder voor Anna van Ittersum gen. Rengers, na de dood van haar vader Roebert van Ittersum tot Nijenhuis.
Get.: Jonker Henrick Bentinck tot Werkeren, drost van Salland, en Antonis van Doornick op 't Laer, heer van Vosmeer.
Zeyno Rengers, dijkgraaf van Salland, na opdracht door Anna van Ittersum gen. Rengers.
Johan van Twickeloe, als voogd over Johan van Twickeloe, minderjarige zoon van wijlen Unico van Twickeloe, in leven schout van Raalte, na opdracht door Seyno Rengers ten Berge, dijkgraaf van Salland.
Barnier Jansen, na de dood van zijn grootvader Hendrick Hermsen.
Johan van Twickeloe, meerderjarig, na vertoning van de eerdere leenbrief waarin hij onder hulderschap beleend werd, met de ledige hand.
Jonker Jan van Twickelo krijgt toestemming over het leengoed te beschikken.
Joan van Twickelo, burgemeester van Deventer, met de ledige hand.
Anna Maria van Twickelo, weduwe van Albert Christoffer van Coeverden, onder hulderschap van haar broer Unico van Twickelo.
Anna Maria van Twickelo, onder hulderschap van Sebastiaan Tichler IUD., na de dood van haar vorige hulder Unico van Twickelo.
Gerrit Jan van Rhemen junior tot Rhemenshuisen, met het halve leen (anderhalve morgen te Wijhe en anderhalve morgen te Heino), zoals Anna Maria van Twickelo, douarière Van Coeverden, met het gehele goed beleend was. Het leenverzuim wordt vereffend.
Anna Maria van Twickel, weduwe Broeckhuisen, met het halve leen.
Anna Maria van Twickel krijgt ontslag van de leenplicht voor de helft van de Weytekamp te Wijhe, nadat zij deze aan Jan Bartels verkocht heeft, die nu voor het verzwijgen van de leenroerigheid schadevergoeding eist. De leenplicht wordt overgebracht op haar katerstede Maet Hermansplaatsje te Heino
Anthony van Borne wordt door het leengericht veroordeeld tot betaling van een dubbel heergewaad omdat hij zich ook na dagvaarding niet heeft laten belenen.
Gerrit Jan baron van Rhemen tot Rhemenshuysen, vertegenwoordigd door mr. Andreas Joan Dull, advocaat te Almelo, krijgt ontslag van de leenplicht. Deze wordt overgebracht op zijn goed Tengnagels vijf morgen te Wijhe.