
Zwenne, vrouw van Bernd Bulderinx, onder hulderschap van Dirick Bisscop.
Get.: Johan Sticke en Gosen Eppyngh.
Juffer Gertrudt ten Dune, onder hulderschap van Hermen then Vorde.
Get.: Johan Jegher en Wernerus Helmichz.
Juffer Engelbert van Twickelo onder hulderschap van Roloff van Twickelo haar broer, na opdracht door Gertrudt Borren, nagelaten weduwe van Conraet van Dunen, met Johan van Leyden als haar verkozen voogd.
Get.: Johan van Leyden en Evert Sturman.
Wynolt van Twyckel, als hulder voor juffer Engelberts van Twyckello.
Get.: Luycken Broens en Gerrit Swaefken.
Roloff van Twiculoe. Het goed is hem aangekomen van wijlen zijn moeie juffer Engbert van Twiculoe.
Get.: Otto van Bellynchave en Hermen Kemenade.
Henrick Bentinck, drost van IJsselmuiden, als volmacht van en hulder voor Rodolff van Twickeloe, na de dood van diens vader Rodolf van Twickelo.
Balthasar Boedeker, na opdracht door Lubert van Winshem, voor zichzelf en voor zijn broers Engbert en Johan van Winshem, met 1/3 deel, na de dood van hun moeder juffer Gertruidt van Twickelo.
Johan van Twickelo, als voogd van Rolof van Twickelo de jonge, minderjarige zoon van wijlen Rolof van Twickelo, in leven schout van Kampen.
Johan van Twickelo, als voogd van Roloff van Twickelo, met de ledige hand, met 2/3 deel.
Bernard ten Grotenhuys, als hulder voor zijn zuster Joanna ten Grotenhuys, weduwe van Balthasar Boedeker, met 1/3 deel.
Johan Condewijn, secretaris der stad Deventer, als volmacht van juffer Johanna ten Grotenhuys, krijgt goedkeuring van haar op 31 augustus 1618 voor schepenen van Deventer gemaakte testament.
Joost ten Grotenhuys, met 1/3 deel. Het deel was door zijn nicht Mechtelt van Eenschate, vrouw van Gerhart Noordingh, geërfd van haar moeie juffer Johanna ten Grotenhuys weduwe Boedeckers.
Gerhart Cuindertorff de Lege, als momber van Roeloff van Twickelo, na de dood van diens vader, met 2/3 deel.
Jonker Gerhardt Benhardt ten Grootenhuys, als volmacht van zijn oom jonker Joost ten Grootenhuys, met de ledige hand, met 1/3 deel.
Jonker Joost Balthasar ten Grootenhuys, zoals hiervoor wijlen jonker Joosten ten Grootenhuys beleend was, met 1/3 deel.
Juffer Maria Catharina van Twickelo, oudste dochter en leenvolgster van wijlen jonker Rudolph van Twickelo, onder hulderschap van Gerhard van Pomerede, geassisteerd door haar voogd jonker Joan Theodor van Beaucoup.
Juffer Maria Catharina van Twickelo, onder hulderschap van Sebastiaan Tichler, geassisteerd door haar man Hendrik Willem van Dorth tot het Medler, met de ledige hand, na de dood van haar vorige hulder Gerhardt van Pomerede.
Jan Engelbert van Grotenhuys, als volmacht van zijn broer Gerhard Joost van Grotenhuys, na de dood van hun vader Joost Balthasar van Grotenhuys.
Judith Maria Ignatia van Dorth, onder hulderschap van haar man Theodorus Ignatius van Dorth tot Boslo, na de dood van haar moeder.
Theodorus Ignatius van Dorth en zijn vrouw Judith Ignatia van Dorth, heer en vrouwe tot Boslo, vertegenwoordigd door hun zoon Theodorus Zeino van Dorth.
Vrouwe M.A. van Brest, douarière van Joost Balthasar ten Grotenhuys, heer van het Veenhuys, als moeder en voogdes van Gerrit Joost ten Grotenhuys, onder hulderschap van heer Jochem Jurriaan van Munnick tot Strijtveen, met 1/3 deel, zoals Jan Engelbert ten Grotenhuys in 1705 beleend was.
Diederik Zeino van Dorth tot Boslo, met 2/3 deel.
Rudolph Johan Antonius van Grotenhuys, met 1/3 deel, zoals zijn moeder M.A. van Brest als moeder en voogdes van Gerrit Joost ten Grotenhuys, die nu in een geestelijke orde is getreden, beleend was.
Theodorus Zeino van Dorth tot Bosloo et., met de ledige hand, met 2/3 deel.
R(udolph) J(ohan) van Grotenhuys, heer van 't Veenhuys et., vertegenwoordigd door Isaak ten Bruggenkate, met de ledige hand, met 1/3 deel.