Collectie Overijssel bewaart kilometers aan documenten, foto’s, kaarten, museale objecten en nog veel meer. Wij behouden en bewaren de geschiedenis met zorg en expertise, maar wie zijn de mensen achter Collectie Overijssel? En wat betekenen deze collecties voor ons? In de serie ‘De collectiebewaarders’ brengen we onze collega’s en collecties aan het licht door hen de vraag te stellen: “Wat is jouw favoriete collectiestuk?”
Astrid Wonnink komt uit het plaatsje Ulft, gemeente Gendringen. Daar is ze opgegroeid in een hecht gezin van vier. Samen met haar man is ze vijfentwintig jaar geleden verhuisd naar Zwolle. Vanuit een advertentie in de krant kwam ze erachter dat Collectie Overijssel (toen nog Historisch Centrum Overijssel) opzoek was naar gebouwbeheerder. Na drie gesprekken was ze door de sollicitatie en werd ze aangenomen.
Samen met drie collega’s had ze de taak om het gebouw schoon te houden, af te sluiten, het alarm te installeren, mensen te ontvangen en de apparatuur en zalen gereed te maken voor bijvoorbeeld lezingen. Door een uitbreiding van uren begon Astrid later ook met het halen van archiefstukken voor op de studiezaal.
Via een interne vacature kreeg Astrid in 2016 de kans om zich verder te ontwikkelen. Vanuit de organisatie is ze de opleiding gaan volgen voor archiefassistente. Eén middag in de week ging ze naar de hogeschool van Amsterdam. Daar leerde ze in vijf modules van alles over de archieven. Ondanks de opleiding heeft Astrid toch het meeste opgestoken tijdens het werken. “Door het te doen leer je het meest.”
Nu werkt Astrid al jaren bij team Dienstverlening. Op een dagelijkse basis beantwoordt ze mails, voert ze scanverzoeken uit en doet ze de telefoondienst. Waar Astrid de meeste energie van krijgt, is het werken met mensen op de studiezaal. Het helpen van bezoekers en het wegwijs maken in hun eigen zoektocht. Voor een collega zoekt Astrid ook de voogdijkaarten uit. Die kaarten zijn voor iedereen beschikbaar, maar de gegevens die je daaruit kan halen liggen gevoeliger en worden dan opgepakt door die collega. De afwisseling van het werk maakt het leuk.
Toen Astrid hier nog maar net begon met werken, was er een getijdenboekje binnen gekomen. Het vasthouden moest in die tijd nog met witte handschoentjes en in alle voorzichtigheid mocht ze het kwetsbare boekje in handen houden. De gevulde pagina’s met prachtige handschriften en illustraties zijn haar altijd bijgebleven.
“ Het zijn net schilderijtjes.” Een getijdenboekje is een bundeling van handgeschreven gebeden, die op bepaalde tijden van de dag en het jaar werden opgezegd. Ze zijn gevuld met schitterende miniaturen. Het zijn de bezoekers die meestal de archiefstukken om handen hebben voor hun onderzoek. “Als je stukken haalt, leg je het klaar voor de bezoeker en dan ga je weer verder. De inhoud bekijk je niet.” Daarom is dit boekje na al die jaren een favoriet gebleven.
Iets anders wat Astrid altijd is bijgebleven zijn de Tjaps. Tjaps werden als stempel of etiket aangebracht op verpakkingen of doeken. De gekleurde platen werden in eerdere jaren gebruikt om te laten zien tijdens rondleidingen aan bezoekers, maar nu komen ze amper uit het depot. “Voor de buitenwereld is het nog niet eens zo heel erg bekend wat er allemaal in de depots ligt.”
– Marieke Prins, Stagiaire Communicatie