Het bevolkingsregister is een belangrijke bron voor stamboomonderzoek. Hier is per gemeente te vinden wie wanneer ergens woonde. Het bevolkingsregister vertelt iets over de beweging van het gehele gezin.
We gebruiken het woord ‘bevolkingsregister’ als verzamelterm voor verschillende soorten bronnen. Om je voorouder te vinden is het handig te weten in welke bron je moet zoeken. Vanaf 1850 moest elke gemeente verplicht een bevolkingsregister bijhouden en werden alle inwoners opgeschreven in grote boeken.
Door het aanbrengen van de vele wijzigingen werden de boeken erg onoverzichtelijk. Daarom kregen gemeenten in 1920 toestemming om de ‘gezinskaart’ in te voeren. Vanaf toen bestond in de meeste gemeenten dus een systeem van losse kaarten. De kaarten zijn alfabetisch op achternaam van het gezinshoofd opgeslagen. Dat is vaak de achternaam van de man, de vader van het gezin of de eigenaar of huurder van een huis.
Bij invoering van de gezinskaart in 1920 werden gegevens per gezin opgeschreven. De gemeente had toen geen actueel overzicht meer van wie wanneer op welk adres woonde. Daarom voerden de meeste gemeenten ook huis- of woonregisters (woningkaarten) in. Die zijn geordend op volgorde van adres. Hierop staan verwijzingen naar gezinskaarten.
Eind jaren dertig werden de gezinskaarten vervangen door de ‘persoonskaart’ (alfabetisch op achternaam). Vanaf 1 oktober 1994 zijn alle gegevens gedigitaliseerd in de ‘gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens’ (GBA). Nu heet dit de ‘basisregistratie personen’ (BRP). Meer over dit landelijke systeem lees je hier.
Sommige mensen veranderden vaak van adres, bijvoorbeeld dienstboden of militairen. Voor hen hield de gemeente aparte registers bij. Ook mensen die langer in een ziekenhuis of inrichting woonden werden in een apart boek opgeschreven. In de archieven zijn ze te vinden met termen als:
Informatie over adressen van vóór 1850 kun je bijvoorbeeld terugvinden in volkstellingen of belastingregisters.
Van alle bewoners vind je:
Het bevolkingsregister wordt bewaard in het gemeentearchief. Collectie Overijssel heeft dus alleen de bevolkingsregisters van de aangesloten gemeenten. Het verschilt per gemeente en per periode hoe je voorouder te vinden is. Voor de oudere boeken heb je bijvoorbeeld een alfabetisch register nodig. Van de volgende gemeenten kun je bij ons bevolkingsregisters vinden. Enkele van deze toegangen bevatten ook gemeentelijke volkstellingen van begin negentiende eeuw.