De administratie van en de loting voor de dienstplicht werd vastgelegd in militieregisters. In deze registers, die beginnen in 1813, staat bijvoorbeeld het beroep en het signalement van de dienstplichtige. Daarom zijn de registers een mooie aanvulling op je stamboom.
Elke dienstplichtige moest zich voor de Nationale Militie inschrijven bij de gemeente. Van deze inschrijvingsregisters werd een alfabetische naamlijst gemaakt. De gemeente lootte uit de dienstplichten degenen die daadwerkelijk in dienst moesten. De loting onder de dienstplichtigen werd bijgehouden in de lotingsregisters. De inschrijvingsregisters, de alfabetische naamlijsten en -registers en de lotingslijsten en -registers noemen we tezamen de militieregisters.
Vrijwel alle Nederlandse jongens die tussen ongeveer 1811 tot 1940 ouder dan achttien waren, komen in de militieregisters voor. Ook als ze werden uitgeloot, een vrijstelling kregen of een vervanger (remplaçant) hadden ingehuurd.
Een groot deel van de administratie wordt zowel bij de gemeente als bij de provincie bewaard. Militieregisters zijn daarom te vinden op twee plaatsen.
Bij indeling/inlijving bij een regiment werd de dienstplichtige ingeschreven in een militair stamboek. Gegevens over militairen/soldaten die in de periode 1813-1940 deel uitmaakten van de strijdkrachten, vind je bij het Nationaal Archief.