Bij het uitwerken van je stamboom vóór 1811 doe je onderzoek in doop-, trouw- en begraafboeken (dtb-boeken). Die werden bijgehouden door de predikant, pastoor of koster en bewaard in een kerk.
Vóór 1811 bestond er geen overheidsadministratie voor het bijhouden van geboortes, huwelijken en overlijdens. Daarom zijn we aangewezen op doop-, trouw- en begraafboeken. Ook lidmatenboeken, waarin stond wie lid was van een kerk, kunnen informatie geven over je voorouders.
Bij de invoering van de burgerlijke stand in 1811 moesten alle kerkelijke gemeenten en parochies de doop-, trouw- en begraafregisters overdragen aan de overheid. Die registers werden namelijk gezien als voorlopers ofwel ‘retroacta’ van de burgerlijke stand. In 1919 werd bepaald dat alle ingeleverde Overijsselse registers overgebracht moesten worden naar de voorloper van Collectie Overijssel.
Alle registers zijn bij ons te vinden in toegang 0124. Ook als de dtb-boeken van een specifieke gemeente in een andere toegang te vinden zijn, is dat in 0124 aangegeven.
Ook na 1811 houden kerken een registratie van gelovigen bij. Deze boeken hoeven van de overheid niet meer verzameld te worden, omdat we de Burgerlijke Stand hebben. De boeken die bewaard zijn gebleven, zijn te vinden bij kerken zelf of in archieven van kerken die zijn ondergebracht bij Collectie Overijssel of andere archiefbewaarplaatsen.
Je kunt de Overijsselse dtb-boeken helaas nog niet digitaal op naam doorzoeken. Probeer te achterhalen welk geloof je voorouder had en in welke plaats hij of zij woonde. Als beginpunt kun je het zogenaamde doopextract gebruiken, te vinden bij de huwelijksbijlagen van ná 1811. Hierin wordt namelijk de kerk vermeld waar iemand als kind is gedoopt.
In de loop der jaren zijn er per gemeente en/of kerkgenootschap alfabetische overzichten gemaakt. Die worden meestal ‘indexen’ genoemd. Ook deze zijn te vinden in toegang 0124, per gemeente. Hierin kun je zelf zoeken op voor- of achternaam. Als je een naam gevonden hebt, kun je aan de hand van het jaartal dat erbij staat, de juiste plek in het register opzoeken.
Er waren nog geen vaste familienamen, probeer dus verschillende schrijfwijzen of zoek aan de hand van de naam van de vader of de naam van een woonplek.
Als je niet weet welk geloof je voorouder had, kun je het best alle opties langsgaan. Tot ver in de achttiende eeuw geven de doop- en trouwinschrijvingen in de gereformeerde kerk ook geen zekerheid over het geloof van de betrokkenen. Rooms-katholieken en doopsgezinden werden soms namelijk verplicht om hun dopen en huwelijken door hervormde predikanten te laten optekenen.