- één mark jaarlijks vermaakt aan de St. Maartenkerk te Utrecht en eveneens één mark aan de St. Pauluskerk te Münster, beide gaande uit de "vormede" te Weghelhorst of uit dat goed zelf,
- aan zijn dochter Agnes een jaarlijkse rente van vijf marken vermaakt uit de Gruet te Lochem, die men hem al schuldig is, en als deze rente wordt gelost dan uit het huis van Henrick van der Beke geheten de Oesterhof,
- aan de kinderen van Clawes Ludinc, zijn wastinsige lieden, de twaalf marken toezegt die hij hen schuldig is,
- bepaalt dat de grote slag te Wecghestapele en zijn rechten in de marke Holthoen, alsmede de plaats waar Lebbinc staat slechts aan zijn erfgenamen zullen vervallen met toestemming van de buren van de marke,
- enkele jaarlijkse inkomsten vermaakt ten behoeve van de kerken te Almen en Holthoen, aan de vicaris te Almen voor zijn zielemis en aan het Predikherenklooster te Zutphen,
- bepaalt dat als een rechte erfgenaam van hem op het goed Wissekinc in de heerlijkheid Borckello woont, deze de helft van dit goed zal krijgen en dat hij begraven wenst te worden in de kerk te Almen.
- één mark jaarlijks vermaakt aan de St. Maartenkerk te Utrecht en eveneens één mark aan de St. Pauluskerk te Münster, beide gaande uit de "vormede" te Weghelhorst of uit dat goed zelf,
- aan zijn dochter Agnes een jaarlijkse rente van vijf marken vermaakt uit de Gruet te Lochem, die men hem al schuldig is, en als deze rente wordt gelost dan uit het huis van Henrick van der Beke geheten de Oesterhof,
- aan de kinderen van Clawes Ludinc, zijn wastinsige lieden, de twaalf marken toezegt die hij hen schuldig is,
- bepaalt dat de grote slag te Wecghestapele en zijn rechten in de marke Holthoen, alsmede de plaats waar Lebbinc staat slechts aan zijn erfgenamen zullen vervallen met toestemming van de buren van de marke,
- enkele jaarlijkse inkomsten vermaakt ten behoeve van de kerken te Almen en Holthoen, aan de vicaris te Almen voor zijn zielemis en aan het Predikherenklooster te Zutphen,
- bepaalt dat als een rechte erfgenaam van hem op het goed Wissekinc in de heerlijkheid Borckello woont, deze de helft van dit goed zal krijgen en dat hij begraven wenst te worden in de kerk te Almen.
Regest: Ter Kuile, Oorkondenboek, VI nr. 1497..