Henric van Criekenbeke, ambtman in Zalland, maakt bekend dat Johan Vos van Vervemole aan het Heilige Geest of Groote Gasthuis geschonken heeft 20 morgen lands in Mastebroec, waarvan 12 aan één stuk, schietende met het ene einde aan de Roede Rijt, met het andere aan de Oude Wetering, tussen het land van Ghese Bierman en het land van Johan Bernierssoen, en 8 morgen met het ene einde strekkende aan het land van Dijric van Ecke, met het andere aan Ghese Biermans land, en gelegen tussen het land van Ghese en de stads grave; met de bepaling dat de provisoren voor de rente van dat land jaarlijks kopen zullen 5 molder weite om tot brood te laten bakken en met 1/2 vat boter aan de armen uit te delen; dat zij ten Minrebroederen 1 take wijn "toe zanckwine", 1 mengelen te middewinter, 1 mengelen op Paschen, 1 mengelen op Pinksteren en 1 mengelen op O. Vr. Assumptie geven zullen; dat zij aan Trude, zijn vrouw, levenslang geven zullen 40 pond geld per jaar, waarvan deze aan Ghese haar maagd 10 pond geven zal; voorts zullen de Provisoren aan de zusteren in het Heilige Geest of Groote Gasthuis "toe haere pitancien" op het jaargetijde van Johan Vos 3 pond geven, aan heer Stappen huis jaarlijks 5 pond om op het jaargetijden onder de zusters te delen, en voor timmering 5 pond; aan mr. Gherijt des Groten huis voor de zusteren 10 pond; de zusters dier 3 huizen zullen jaarlijks op het jaargetijde in het Heilige Geest of Groote Gasthuis samenkomen en daaruit zijn "beghenisse" vieren; Ghese Johans maagd zal een volle prebende zonder enigen dienst in het Heilige Geest of Groote Gasthuis hebben; en zou er een tweede aangesteld wordt, zal deze 40 pond per jaar hebben.