Stephaen ter Heghe verkoopt aan heer Stappaerd, priester, ten behoeve van het Heilige Geestgasthuis (H.G.), een stuk land in het kerspel van Woelde, in de marke van Bursen, in des Heilige Geest of Groote Gasthuis goed te Bursen, strekkende met de ene zijde aan het land dat Johan Bentinck aan het Heilige Geest of Groote Gasthuis gegeven heeft, met de andere zijde naar de Nienbroeke aan het land van Arnd ten Scherpenhues, en met het ene einde schietende op de graven, bij de straat, die van Bursonerbrug komt en met het andere einde aan de koolhof bij het huis, voor een tindsgoed van de hertog van Gelre.