Van de oorspronkelijke structuur van het Statenarchief is weinig overgebleven door de opvolgende (her)ordeningen, waarvan naar tegenwoordig inzicht met name de tijdrekenkundige "ordening" eer schadelijk dan heilzaam was. De laatste inventarisatie door de Rijksarchivaris Ter Kuile ca. 1970 voltooid, betekent nog slechts een tussenfase in het herstel dan wel het hervinden van de verbanden die door eerdere "ordeningen" waren verbroken. De collectie "Varia" is dan ook in oorsprong een bestand van stukken, die door latere archivarissen niet teruggezet konden worden in het verband, waaruit hun voorgangers die hadden losgebroken.
In de loop van de tijd vervaagde het begrip van deze ontstaansgeschiedenis en werden aan de collectie stukken toegevoegd, die op geheel andere, soms onbekende wijze, waren verworven of eenvoudigweg aangetroffen. De collectie werd daarmee een dubbelganger van de verzameling Kleine Aanwinsten en de later gevormde collectie Diverse Charters.
De laatste bewerking van de collectie "Varia" waarover iets voor het nageslacht werd vastgelegd, werd verricht door J.A. ten Cate. Hoewel hij vergat expliciet te vermelden, welke toevoegingen hij verrichtte, en hoewel zijn exposé niet is gedateerd - vermoedelijk 1949 -, mogen we hem dankbaar zijn voor de uitvoerige weergave van de eerder of door hemzelf verrichte verplaatsingen. Daarvan het volgende overzicht met citaten uit "Ten Cate's verantwoording:
1. Door Ten Cate overgebracht aangetroffen:
a. "1557 januari 16, lijst in de doos met pandbrieven der Domeinen";
b. "1623 juni 27, 1628 .... 22 en 1632 juli 7, Statenarchief oude inventaris (no. 5) blz. 245 j; deze onduidelijke aanwijzing maakt het voorshands onmogelijk laatstgenoemde drie Varia terug te vinden".
2. door Ten Cate verplaatst:
a. "verklaring betreffende maatregelen wegens Dijkslag van de Barsbekerdijk bij Vollenhove, 1592, 1 charter";
b. "overdrachtsacten van goederen behorende aan het rentambt van pastorie- en vicagie-goederen, 1611, 1773, 3 charters";
c. "acten volgens welke de rentmeesters van Windesheim beleend worden, 1735, 1774, 2 charters"';
d. "zekerheidsstelling voor de administratie van de havenaccijns, 1762, 1 charter";
e. "overdrachtsacten van stukken buitendijks land aan de provincie, 1778, 2 charters";
f. "acte volgens welke de rentmeester van Sibculo en Albergen beleend werd met het erve Noordinck onder Daerle, 1785, 1 charter";
g. "gildebrief van de schippers te Wanneperveen, 1634, 1 charter".
1. 1357 februari 1, schenking van graaf Van Rechteren Appeltern 1883;
2. 1438 april 25, aankoop 1904;
3. 1572 juli 19, schenking van R.E. Hattink te Almelo 1897 of later;
4. 1668 januari 22, aanwinst 1880;
5. 1734 juni 11, schenking van G.J. ter Kuile jr. 1930;
6. 1792 september 13 als vorige.
Met uitzondering van nr. 6 bevinden alle stukken zich nog steeds in de collectie Diverse Charters. Nr. 6 moet als vermist worden aangemerkt; ook in de collectie Ter Kuile - een logischer plaats dan Diverse Charters - bevindt het stuk zich niet.
"581a. Rentebrief van 5 mud rogge 's jaars ten behoeve van het klooster Clarenberg, 1417, 1 charter (zie regest 20a)".
De aangegeven nummers verwijzen vermoedelijk naar de toendertijd geldende inventaris van het statenarchief, dat ca. 1968 aan de gemeente Vollenhove (Brederwiede) is geretourneerd.
1. "CCCLIIa. Getuigenis van een schuldbekentenis van Sweder van Voorst aan Maria van Renes, 1479, 1 charter. NB. Op deze schuldbekentenis hebben ook de regesten 369, 375 en 391 van Wubbe's inventaris no. 10 betrekking";
2. "CCCLXIIIa. Verklaring betreffende de tiende in Loenen op de Veluwe, 1484, 1 charter. NB. Op deze tiende heeft ook regest 386 van Wubbe's inventaris no. 10 betrekking";
3. "CCCLXXXIIIa. Vidimus van een boedelscheiding ten behoeve van Godart van Reede, 1495, 1 charter. NB. De weduwe van deze Godart van Reede overleed blijkens het Ned. Adelsboek in Ter Hunnepe".
1. "CCCLXXVIIIa. Overdracht van rechten op Oldenhof en Boesen bij Enter, 1501, 1 charter. NB. Genoemde erven behoren blijkens blz. 611 en 612 van Tijdrekenkundig Register IV aan Albergen;"
2. "CCCLXXXII a en b. Stukken betreffende een huis van Willem Noidinck te Deventer, 1505 en 1508, 2 charters. NB. Op de koopsom van dit huis werd blijkens blz. 239 van Tijdrekenkundig Register V een voorschot verleend".
In zijn inventaris van het archief Albergen bracht Ten Cate deze stukken onder de inv.nrs. 119 en 94, resp. reg. 645, 652 en 653.
1. "Stukken betreffende de goederen Stoever en Braemhaer, 1730 en 1780, 3 charters. NB. Het charter van 1601, dat blijkens inventaris 9 ook op deze goederen betrekking heeft doch onvindbaar zou zijn, bevindt zich in portefeuille 4048, die bij de inventarisatie van het Almelose archief grondig onderzocht moet worden";
2. "Verpandingsacte van Lentvoirts door de rentmeester van Weerselo en Almelo, 1738, 1 charter. NB. Voor de berging bleek het gemakkelijker dit charter bij het archief Almelo te voegen en er bij het nog te wijzigen".
Met aantekening, dat aan het onder 1 vermelde het jaartal 1789 moet worden toegevoegd, zijn deze stukken terug te vinden onder de regestnummers 237, 241, 248 en 249.
"1. Acte volgens welke de Ridderschap beleend werd met tienden uit Haanlo, gelijk vroeger de rentmeester van Weerselo, 1745, 1 charter;
2. Acte volgens welke de Ridderschap beleend werd met de Broiler tiende in Deldenerbroek, 1772, 1 charter;
3. Acte volgens welke de Ridderschap beleend werd met de tiende uit erve de Hoope in Braamlo, 1780, 1 charter;
4. Acte volgens welke de Ridderschap beleend werd met tienden uit de erven Jannink en Mensink te Wierden, 1781, 1 charter;
5,6. Verklaringen betreffende het door de Ridderschap verleende voorschot voor het verleggen van het Kloosterzijl, 1791, 2 charters".
Deze stukken zijn naderhand bij het Ridderschapsarchief geplaatst, maar niet nader beschreven of ontsloten. Ten Cate voegde de regesten achter de regestenlijst "Varia". Van deze niet erg logische plaats zijn zij in 1984 verwijderd en onder eigen voorlopige nummering toegevoegd aan de mededelingen omtrent de ontsluitingstoestand van het Ridderschapsarchief. Naar het zich laat aanzien, hebben deze stukken behalve nr. 1, niet altijd deel uitgemaakt van de "Varia", maar zijn daaraan eerst door Ten Cate toegerekend alvorens ze weer te verwijderen.
- "Schenkingsbrief van Gesa ten Lunenberch aan de commandeur der Duitse Orde, 1465, 1 charter ".
Het stuk is daar thans bekend als regest nr. 2.
- "Approbatie van het testament van Anna van Keppel tot Meulecaten echtgenote van B.J. van Welevelde tot Buckhorst door de stadhouder der lenen in Gelre en Zutphen, 1690, 1 charter."
Het stuk is daar thans bekend als regest nr. 81.
- "1480 november 6, ligt bij de stukken van Kanselier en Raden en behoort wellicht bij de kwestie over de Turftollen".
1. "1559 mei 18, niet aanwezig";
2. "1535 mei 26, behoort bij proces no. 14078 in portefeuille 5480 an de Hoge Bank en Klaring, doch is in deze portefeuille niet aanwezig".
Bij de nrs. 14, 21, 24, 25, 33, 60 en 62 werd overigens opgemerkt, dat de herkomst onbekend was (en is), terwijl geen motief werd aangegeven voor de onderbrenging in de "Varia". Van rectroacta, inserties en dorsale vervolgacten werden geen afzonderlijke regesten gemaakt.
H.H.J. 10-2-'84