Johan Otterbeke, schout van Vollenhoe en van Wanneperveen, oorkondt dat voor hem en mr. Bernt Cost en Ghysberts Janssen als keurnoten heer Geryt van Zallick, procurator van het convent van Sunt Johanscamp namens dat klooster met Henrick van Zuerbeke als momber ad hoc verklaarde verkocht te hebben aan mr. Herman Glauwe een rente van 15 gouden Rijnse gulden uit de "grote uitterdijck", gelegen bij de Brinck tussen het land van de erfgenamen van Claes Coepsz en die van Arnt Wegger, in het kerspel en gericht van Vollenho, te betalen op S. Michaël (29 September) binnen Campen. De levering van deze rente, losbaar met 300 gouden Rijnse guldens heeft plaats voor richter en keurnoten.
HS.: Oorspr. charter (uithangend in groene was het zegel van de richter en het conventszegel met tegenzegel).
Johan Otterbecke, schout van Vollenhoe en van Wanneperveen, oorkondt dat voor hem en mr. Berent Kost en Goert Gertsz. Scoemaeker als keurnoten heer Gerryt van Eep, pater, en heer Gerryt van Zellick, librarius van het Convent van Sanct Janscamp met Henrick van Zuerbecke als hun momber ad hock, de rente van 8 1/2 gouden Rijnse gulden, nader omschreven in de oorkonde van 2 Augustus 1522 (no. 5), door hen verkocht aan mr. Herman Glauwe, gerechtelijk hebben geleverd.
Hs.: Oorspr. charter (gecancelleerd; uithangend in groene was en geschonden zegels van de schout). Dit charter is met de lossingsbrief van 7 januari 1629 gestoken door de oorkonde van 2 Augustus 1522 (no. 5).
Johan Otterbecke, schout van Vollenho en van Wanneperveen, oorkondt dat voor hem en mr. Berent Cost en Goert Guertsz Schomaker als keurnoten heer Gerryt van Eep, pater, en heer Gerryt van Zallick, librarius van het Convent van Sunt Janscamp met Henrick van Suerbecke als momber ad hoc de rente van 10 gouden Rijnse gulden, door hen verkocht aan Lambert Glauwe en zijn vrouw Anna, nader omschreven in de oorkonde van 1 Juni 1518 (no. 4), gerechtelijk hebben geleverd.
Hs.: Oorspr. charter (gecancelleerd: uithangend in bruine en groene was van de zegels van mr. Bernhard Cost en van de richter. Het derde zegel is afgevallen). Dit charter is gestoken door een oorkonde van 1 Juni 1518 (no. 4).
Johan Otterbecke, schout van Vollenho en van Wanneperveen, oorkondt dat voor hem en mr. Berent Cost en Goert Guertsz. Schomaker als keurnoten, heer Gerryt van Eep, pater, en heer Gerryt van Zallick, librarius van het Convent van Sunt Janscamp met leenmomber ad hoc Henrick van Suerbeke verklaard hebben dat de rente van 10 gouden Rijnse guldens, als omschreven in de oorkonde van 1 Juni 1518 (no. 3), door mr. Herman Galuwe verkocht en geleverd is aan Lambert Glauwe en Anna zijn vrouw.
Hs.: Oorspr. charter (gecancelleerd; met uithangend het geschonden richterszegel in groene was). Dit charter is gestoken door de oorkonde van 1 juni 1518 (no. 3).